De vermoeidheid en prikkelbaarheid van je tiener kan het gevolg zijn van slaaptekort of kan deel uitmaken van normaal pubergedrag. Je kind kan echter ook lijden aan een tekort aan vitamine C, dat is een belangrijke antioxidant die vermoeidheid tegengaat en het energieniveau verbetert.¹

Ga vermoeidheid tegen met vitamine C

Vitamine C activeert het lichaam! Jammer genoeg kan ons lichaam geen vitamine C aanmaken of opslaan. Deze vitamine moet dagelijks uit de voeding worden gehaald en daarom is het belangrijk dat je voldoende fruit en groenten eet.¹ Tieners die maaltijden overslaan, tussendoor junkfood eten of gezonde familiemaaltijden inruilen voor etentjes buitenshuis, eten meestal niet voldoende vers fruit en groenten – waardoor ze niet voldoende vitamine C innemen.

Zespri SunGold kiwi – boordevol vitamine C!

Gelukkig kunnen Zespri SunGold kiwi’s dit probleem in een handomdraai oplossen en ervoor zorgen dat je tiener toch voldoende vitamine C inneemt. Eén Zespri SunGold kiwi bevat zelfs meer dan drie keer zoveel vitamine C als een sinaasappel!²

Er werd aangetoond dat het hoge vitamine C-gehalte van kiwi’s een rechtstreekse invloed heeft op het humeur en de mentale energie. Studies hebben aangetoond dat de dagelijkse consumptie van kiwi’s vermoeidheid vermindert en voor meer fysieke en mentale energie zorgt.³

Meer nog, Zespri SunGold kiwi’s behoren tot de vruchten met de hoogste voedingswaarde en bevatten tevens veel vezels en antioxidanten.² Wanneer je tiener op zoek gaat naar een tussendoortje kun je hem een Zespri SunGold kiwi geven – een heerlijk, sappig, zoet en verfrissend stuk fruit waar je kind dol op zal zijn!

Bronnen

1. National Institutes of Health. Vitamin C. Beschikbaar op: https://ods.od.nih.gov/factsheets/VitaminC-HealthProfessional/
2. USDA National Nutrient Database for Standard Reference, Uitgave 28 (2015).
3. Carr AC, Bozonet SM, Pullar JM, Vissers MC. Mood improvement in young adult males following supplementation of yellow kiwifruit, a high-vitamin C food. Journal of nutritional science 2013; 2:e24